Keuzehulp grafische cursussen


keuzehulp grafische cursussen


Een kijkje in de keuken van grafische opleidingen in het volwassenenonderwijs

Als je van plan bent een kortdurende grafische pakketcursus te volgen, dan kun je terecht bij een scala van opleidingsinstituten met een divers aantal contacturen en prijzen variërend van 170,– tot 1630,– euro. Dit artikel kan je op weg helpen een gefundeerde keuze te maken.


In vogelvlucht
De grafische opleidingsinstituten kunnen grofweg worden verdeeld in de volgende categorieën:
- High-end instituten: de cursusduur voor een pakketcursus (zoals Adobe Photoshop of WordPress) varieert weliswaar, maar beslaat gewoonlijk 1 of 2 volledige lesdagen. Het aanbod aan (gespecialiseerde) grafische cursussen is groot. Voornaamste doelgroep: B2B.
- Mid- en low-end instituten waarbij het grafische cursusaanbod slechts een (klein) onderdeel is van het totale aanbod aan cursussen. Gespecialiseerde grafische cursussen worden niet gegeven. Pakketcursussen worden vaker verspreid over meerdere weken. Voornaamste doelgroep: individuele cursisten.
- Zelfstandig opererende docenten met een eigen vakexpertise en beperkt maar diep cursusaanbod, meestal met eigen lesmateriaal en cursusruimte aan huis of gehuurd. Doelgroep: B2B en individuele cursisten.

Onderaan dit artikel vind je een opsomming van een aantal grafische opleidingsinstituten.
Voor de goede orde: de reguliere, langdurige mbo- en hbo-grafische opleidingen bij grafische lycea, kunstacademies, hogescholen e.d. komen in dit artikel niet aan bod. Evenmin worden elearning-cursussen voor zelfstudie besproken.

klasgrootte


Klasgrootte
Een belangrijk criterium om mee rekening te houden bij de keuze voor een instituut is de klasgrootte. Gek genoeg wordt hier door de gemiddelde cursist zelden vooraf bij stilgestaan… wel achteraf, namelijk wanneer het gebrek aan individuele aandacht en de opzienbarende niveauverschillen tussen de cursisten ergernis en teleurstelling hebben opgeroepen!
Het aantal onderwerpen dat aan bod komt tijdens een cursus is o.a. afhankelijk van de niveauverschillen tussen de cursisten. Helaas worden deze verschillen in het volwassenenonderwijs zelden voorafgaand aan een cursus getoetst en gewoonlijk door het secretariaat, interne opleidingsadviseurs en zelfs door de docenten weggewoven. Vandaar dat je als cursist beter zelf kunt meewegen of je verwacht last te hebben van een te traag of juist te hoog lestempo. In beide gevallen kan een kleine klas of privéles uitkomst bieden.

Tip: vraag vooraf naar de maximale klasgrootte en dien een klacht in als het beloofde maximale aantal cursisten toch blijkt overschreden.


Lesvormen en -data
Grafische pakketcursussen (bijvoorbeeld in Photoshop of WordPress) zijn er grofweg in twee varianten. High-end instituten bieden meestal een- of tweedaagse cursussen aan, terwijl Mid- en Low-end instituten meestal meerweekse cursussen aanbieden, bijvoorbeeld Photoshop of WordPress gedurende 8 weken in blokken van 2,5 uur per week.
Het aantal lesuren voor een pakketcursus ligt meestal hoger bij de meerweekse cursussen, zeg 20 uur [8 x 2,5 uur] versus 13 uur [2 x 6,5 uur]. Maar een belangrijker verschil is het aandeel huiswerk en studie. Dat aandeel is voor meerweekse cursussen bijna altijd groter. Hieruit kan simpelweg de conclusie worden getrokken dat je meer tijd hebt om zelf aan de slag te gaan of de theorie te bestuderen.
Een waarschuwing over lesdata is hier op zijn plaats: door marketingoverwegingen gedreven, lijk je bij een groot aantal instituten te kunnen kiezen uit een overvloed aan data om de cursus te starten. Na een telefoontje zal echter meestal blijken dat je wordt verzocht te kiezen uit een andere datum of een andere locatie. Dit is tevens een indicatie dat de klasgrootte toeneemt. Overigens kun je gerust ook vermeldingen als ‘laagste prijs-garantie’, ‘bij ons geen verborgen kosten’ etc. als luchtfietserij aanmerken.

Tip: heb je veel tijd om te studeren en oefenen, kies dan voor een meerweekse cursus. Je eindniveau zal dan door zelfstudie en huiswerk hoger uitvallen dan bij een tweedaagse cursus.


(Eigen) lesmateriaal
Een goede indicator of je waar krijgt voor je geld, is het lesmateriaal. Bijna geen enkel instituut levert nog een gedrukt en volwaardig cursusboek mee, meestal wel handouts of PDF’s. Sommige bieden ook videomateriaal. Het is vaak lastig het cursusmateriaal vooraf in te zien om een beeld te vormen van de kwaliteit en de vorm ervan.
Alle instituten beweren eigen lesmateriaal te leveren, maar waar bestaat dat dan uit? Een paar digitale oefenbestanden (zonder uitgeschreven stap-voor-stap-oefeningen of theorie) kun je ook ‘eigen lesmateriaal’ noemen net als een uitdraai van de PowerPoint-sheets. Maar heb je daar na de cursus nog veel aan?
Ik ken ook gevallen waarin het cursusmateriaal bestond uit uitgedraaide helppagina’s van bijvoorbeeld de Adobe-website. Wie daarmee denkt de cursisten te dienen, zou geen cursus mogen aanbieden of voor de klas mogen staan.
Zelfstandige, gespecialiseerde docenten hebben regelmatig – wat lesmateriaal betreft – een streepje voor. Als het goed is, hebben zij geïnvesteerd in hun expertise en dus ook in het ontwikkelen van het betreffend lesmateriaal. Meestal hebben zij een boek gepubliceerd.

Tip: vraag welk boek voor de cursus wordt gebruikt of verzoek een paar pagina’s van het ‘eigen lesmateriaal’ toegestuurd te krijgen. Zijn er verder ook (tussentijdse) toetsen ingebouwd?


Drie docenttypen
Natuurlijk kun je docenten op talloze manieren indelen, maar voor de keuze van een grafische cursus c.q. docent kan de volgende indeling handig zijn:

- ‘De zij-instromer’. Hieronder vallen personen met een grafisch beroep (zoals vormgevers, webdesigners, illustratoren etc.) die het docentschap als bijverdienste hebben. Deze grote groep ‘uit de praktijk’ heeft gewoonlijk geen didactische aantekening en maakt soms gebruik van een standaard Adobe-cursusboek en dito oefenbestanden. Deze categorie staat gewoonlijk voor de klas in mid- en low-end instituten. De kennis en kwaliteiten verschillen enorm. In een enkel geval kun je als cursist het gevoel krijgen meer te weten over het cursusonderwerp dan de ‘docent’ zelf of afhaken op de manier van lesgeven.

- ‘De leraar’. Dit zijn docenten afkomstig van een lerarenopleiding. Deze groep is gewoonlijk voltijds aan een grafisch lyceum of kunstacademie verbonden. De nadruk ligt in dat geval op leerlingbegeleiding, waardoor didactiek gewaarborgd is maar de grafische expertise te wensen over kan laten. Maar van deze groep docenten zijn er enkele die ook elders (in het high-end segment) kortdurende grafische cursussen verzorgen. Je mag er dan gerust van uitgaan dat ook de grafische expertise ruimschoots aanwezig is. Het is een vrij goede garantie voor een geslaagde cursus. De docent is dan namelijk didactisch geschoold én expert op zijn vakgebied.

- ‘De eenpitter’. Denk aan vakauteurs, lesontwikkelaars en zelfstandig opererende docenten, ook in company. Onder deze groep is naar verwachting de meeste expertise te vinden. Ze onderscheiden zich vaak door een website geheel gewijd aan hun grafische expertise en het lesgeven in de high-end sector. De didactische kwaliteit is weliswaar niet vanzelf gegarandeerd, maar hun specialisme, ervaring en enthousiasme garanderen een doeltreffend antwoord op zelfs heel specifieke vragen. Velen zijn bijvoorbeeld Adobe-gecertificeerd en/of hebben een boek gepubliceerd. Ze werken gewoonlijke voor meerdere instituten in de high-end sector. Deze groep laat zich ook inhuren om bedrijfsprocessen te optimaliseren en voor in company-trainingen. Natuurlijk zijn er uitzonderingen, maar de beste docenten vindt je bij high-end instituten.

Tip: vraag wie je docent zal zijn en zoek informatie over deze docent op internet. Heb je veel specifieke vragen over een deelgebied (bijvoorbeeld tabelstijlen in InDesign of parallax scrolling in WordPress-templates), maak dan een inschatting of deze docent je verder kan helpen of ga op zoek bij welk instituut een ‘eenpitter’ lesgeeft.

Wie betaalt? Jij of je baas?


Wie betaalt? Jij of je baas?
Deze vraag kan een factor zijn bij de beslissing welk instituut je kiest. High-end instituten zijn zonder uitzondering duurder dan mid- en low-end instituten, maar dan wordt je wel in de watten gelegd met een lunch en thee, koffie of fris naast je beeldscherm, notitieblok, 3 maanden support etc. De leslocaties en lesmiddelen zijn ook beter verzorgd. Denk aan hard- en software, beamer of tv-scherm, wifi, whiteboard, etc.
Houd er terdege rekening mee dat je bij mid- en low-end instituten zelf moet betalen voor koffie en thee, dat leslokalen te koud of warm kunnen zijn en dat de projector een slecht beeld kan leveren.


Conclusie
Als je goed bent geïnformeerd, voorkom je teleurstellingen. Maar goed geïnformeerd zijn, kost tijd. Om een overwogen keuze te kunnen maken, zal je je een beeld moeten vormen van het lesmateriaal, de vakkennis van de docent, de lesomgeving, klasgrootte, cursusduur en -tarieven. Er zijn geen kant-en-klare aanbevelingen te geven, maar de volgende scenario’s zijn zeker aannemelijk:
- ben je druk met je kantoorbaan, heb je weinig tijd om te oefenen of studeren en betaalt bovendien je baas, bekijk dan eerst het aanbod aan een- of tweedaagse cursussen bij high-end cursusinstituten.
- hoef je niet zo in de watten te worden gelegd, heb je voldoende tijd en animo om oefeningen te maken en theorie te bestuderen en betaal je de cursus zelf, bekijk dan eerst het aanbod van meerweekse cursussen van mid-end cursusinstituten. Houd er rekening mee dat de klasgrootte soms minder ruimte biedt voor individuele begeleiding.


Lijst met grafische cursusinstituten
Onderstaande lijst is zeker niet uitputtend. Als prijsindicatie zijn de tarieven vermeld voor een basiscursus Photoshop (d.d. september 2017). Kortingen e.d. zijn buiten beschouwing gelaten. De classificatie in high-, mid- en low-end is bewust achterwege gelaten omdat het altijd een enigszins subjectieve indeling oplevert. Bovendien betekent een hoger tarief niet automatisch een high-end instituut en omgekeerd. Het is aan de potentiële cursist om na te gaan in welk segment een instituut voor zijn/haar gevoel thuishoort. Onderstaande lijst is geordend op prijsniveau.


Noot: De auteur kent zeven van deze instituten uit eigen werkervaring en werkt op moment van schrijven parttime bij of voor drie ervan.